Dag Loeloe/Dag Pompom: Op Taaltocht
Type
Publication
Authors
Category
Publication Year
2016
Publisher
Tags
Taalbewustzijn, Fonemisch bewustzijn, Begrip geschreven taal, Algemeen 2, Algemeen 3, Geschreven taal 1, Fonologisch bewustzijn 2, Fonologisch bewustzijn 3, Fonologisch bewustzijn 4, Fonologisch bewustzijn 5, Fonologisch bewustzijn 6, Fonologisch bewustzijn 8, Fonologisch bewustzijn 11, Woordenschat 10
Abstract
- korte omschrijving: terugkerend onderdeel binnen een totaalaanbod dat het taalbewustzijn en het fonologisch en fonemisch bewustzijn stimuleert
- doelgroep: jongere kleuters (‘Dag Loeloe’), oudere kleuters (‘Dag Pompom’)
- context: school/klas
- groepsgrootte: kleine groep, grote groep
- begeleiding: leraar
- duurtijd per keer: tussen 15 en 30 minuten per opdracht
- doelgroep: jongere kleuters (‘Dag Loeloe’), oudere kleuters (‘Dag Pompom’)
- context: school/klas
- groepsgrootte: kleine groep, grote groep
- begeleiding: leraar
- duurtijd per keer: tussen 15 en 30 minuten per opdracht
Description
1. vermelde doelstelling: wil kleuters klanken en letters laten ontdekken en tegelijk prikkelen met het bredere taaldomein: van leren nadenken over taal, van fonologisch naar fonemisch bewustzijn.
2. beschrijving:
- De ‘Routine Op Taaltocht’ is een taalroutine binnen het totaalaanbod ‘Dag Loeloe’ en ‘Dag Pompom’ (Algemeen 2).
- Binnen een klasaanpak vormen 9 routekaarten en bijbehorende opdrachtkaarten een schattentocht. In elke fase van het anker/thema krijgen de kleuters drie korte opdrachten (Fonologisch bewustzijn 8).
- De figuren van de methode, de schattentocht en knipogen naar het anker/thema zorgen voor een speelse en betekenisvolle context (Algemeen 3; Fonologisch bewustzijn 11).
- De kaarten volgen een vast stramien van specifieke doelen (Fonologisch bewustzijn 3) dat via picto’s maar ook door handelingen en liedjes herkenbaar wordt gemaakt: reflectie op taal (de uil); auditief geheugen (de papegaai) of snel serieel benoemen (de haas); ritme, volume of intonatie (de zangvogels); woorden in zinnen (stapschoenen > ‘zinnen stappen’); klankgroepen (de kikker > ‘klankgroepen springen’); rijmen (het rijmbankje); auditief discrimineren (de schelphoorn); visueel discrimineren (de verrekijker); fonemen (het muisje > ‘klanken trippelen’).
- De opbouw binnen een anker vertrekt dus van een ruimer taalbewustzijn en eindigt op het fonemisch niveau van klanken in woorden horen, met de koppeling van de letters daarbij (Fonologisch bewustzijn 2, 4 en 6). Bij taalreflectie wordt ook stilgestaan bij de functie van geschreven taal (Geschreven taal 1).
- Er zijn tips voor differentiatie en doelwoorden van het anker worden uitgelicht (Woordenschat 10).
- De opbouw in moeilijkheidsgraad varieert doorheen de periodes van het jaar en over de twee kleuterjaren (Fonologisch bewustzijn 5).
3. (extra) suggesties bij gebruik:
- Observeer hoe de kleuters reageren en stem je differentiatie daarop af (Fonologisch bewustzijn 5 en 14). De kleuters kunnen leren van jouw voorbeeld en dat van de andere kleuters (Algemeen 5). Werk eventueel in kleine groep (Fonologisch bewustzijn 9).
- Wees je bewust van de opbouw in moeilijkheidsgraad. Lees daarvoor de Gebruikswijzer en in de activiteitenboeken de doelen bij de opdrachten. Bekijk ook het woordmateriaal op de opdrachtkaarten (Fonologisch bewustzijn 1).
- Stimuleer ouders om ook thuis taalspelletjes te spelen (Fonologisch bewustzijn 15).
4. besluit: een onderbouwde en aantrekkelijke taaltocht.
LEGENDE
Principes uit beschrijving:
- Algemeen 2: Stimuleer alle taalvaardigheden: geschreven taal, mondelinge taal en woordenschat.
- Algemeen 3: Werk op een manier die bij kleuters past en die hen motiveert en aanspreekt.
- Geschreven taal 1: Besteed expliciet aandacht aan geschreven taal in verschillende contexten.
- Fonologisch bewustzijn 2: Bied expliciet activiteiten aan die het fonologisch bewustzijn en de koppeling tussen klanken en letters stimuleren.
- Fonologisch bewustzijn 3: Bied niet te veel verschillende fonologische taken tegelijk aan.
- Fonologisch bewustzijn 4: Warm op met grotere eenheden, zoals woorden, klankgroepen en rijm zodat kinderen gevoelig worden voor klanken. Werk intussen toe naar het fonemisch bewustzijn.
- Fonologisch bewustzijn 5: Je kan de moeilijkheidsgraad verder bepalen door keuze van de taak, de woordstructuur en de eigenschappen van de klanken.
- Fonologisch bewustzijn 6: Combineer werken aan fonemisch bewustzijn met een aanbod aan letters.
- Fonologisch bewustzijn 8: Oefen gedurende een langere periode vaker een kort moment.
- Fonologisch bewustzijn 11: Creëer een betekenisvolle en motiverende context voor je activiteiten.
- Woordenschat 10: Laat woorden meermaals en in verschillende contexten aan bod komen.
Principes uit suggesties:
- Algemeen 5: Laat veel voorbeeldgedrag zien en ondersteun naar een volgende stap.
- Fonologisch bewustzijn 1: Zorg dat je zelf een goed inzicht hebt in de ontwikkeling van het fonologisch bewustzijn.
- Fonologisch bewustzijn 5: Je kan de moeilijkheidsgraad verder bepalen door keuze van de taak, de woordstructuur en de eigenschappen van de klanken.
- Fonologisch bewustzijn 9: Werk bij risicoleerlingen ook in kleine groep.
- Fonologisch bewustzijn 14: Blijf het niveau en de vooruitgang van de kinderen monitoren.
- Fonologisch bewustzijn 15: Stimuleer ouders om thuis ook bewust aandacht te schenken aan klanken en letters en rijm- en klankspelletjes te spelen.
2. beschrijving:
- De ‘Routine Op Taaltocht’ is een taalroutine binnen het totaalaanbod ‘Dag Loeloe’ en ‘Dag Pompom’ (Algemeen 2).
- Binnen een klasaanpak vormen 9 routekaarten en bijbehorende opdrachtkaarten een schattentocht. In elke fase van het anker/thema krijgen de kleuters drie korte opdrachten (Fonologisch bewustzijn 8).
- De figuren van de methode, de schattentocht en knipogen naar het anker/thema zorgen voor een speelse en betekenisvolle context (Algemeen 3; Fonologisch bewustzijn 11).
- De kaarten volgen een vast stramien van specifieke doelen (Fonologisch bewustzijn 3) dat via picto’s maar ook door handelingen en liedjes herkenbaar wordt gemaakt: reflectie op taal (de uil); auditief geheugen (de papegaai) of snel serieel benoemen (de haas); ritme, volume of intonatie (de zangvogels); woorden in zinnen (stapschoenen > ‘zinnen stappen’); klankgroepen (de kikker > ‘klankgroepen springen’); rijmen (het rijmbankje); auditief discrimineren (de schelphoorn); visueel discrimineren (de verrekijker); fonemen (het muisje > ‘klanken trippelen’).
- De opbouw binnen een anker vertrekt dus van een ruimer taalbewustzijn en eindigt op het fonemisch niveau van klanken in woorden horen, met de koppeling van de letters daarbij (Fonologisch bewustzijn 2, 4 en 6). Bij taalreflectie wordt ook stilgestaan bij de functie van geschreven taal (Geschreven taal 1).
- Er zijn tips voor differentiatie en doelwoorden van het anker worden uitgelicht (Woordenschat 10).
- De opbouw in moeilijkheidsgraad varieert doorheen de periodes van het jaar en over de twee kleuterjaren (Fonologisch bewustzijn 5).
3. (extra) suggesties bij gebruik:
- Observeer hoe de kleuters reageren en stem je differentiatie daarop af (Fonologisch bewustzijn 5 en 14). De kleuters kunnen leren van jouw voorbeeld en dat van de andere kleuters (Algemeen 5). Werk eventueel in kleine groep (Fonologisch bewustzijn 9).
- Wees je bewust van de opbouw in moeilijkheidsgraad. Lees daarvoor de Gebruikswijzer en in de activiteitenboeken de doelen bij de opdrachten. Bekijk ook het woordmateriaal op de opdrachtkaarten (Fonologisch bewustzijn 1).
- Stimuleer ouders om ook thuis taalspelletjes te spelen (Fonologisch bewustzijn 15).
4. besluit: een onderbouwde en aantrekkelijke taaltocht.
LEGENDE
Principes uit beschrijving:
- Algemeen 2: Stimuleer alle taalvaardigheden: geschreven taal, mondelinge taal en woordenschat.
- Algemeen 3: Werk op een manier die bij kleuters past en die hen motiveert en aanspreekt.
- Geschreven taal 1: Besteed expliciet aandacht aan geschreven taal in verschillende contexten.
- Fonologisch bewustzijn 2: Bied expliciet activiteiten aan die het fonologisch bewustzijn en de koppeling tussen klanken en letters stimuleren.
- Fonologisch bewustzijn 3: Bied niet te veel verschillende fonologische taken tegelijk aan.
- Fonologisch bewustzijn 4: Warm op met grotere eenheden, zoals woorden, klankgroepen en rijm zodat kinderen gevoelig worden voor klanken. Werk intussen toe naar het fonemisch bewustzijn.
- Fonologisch bewustzijn 5: Je kan de moeilijkheidsgraad verder bepalen door keuze van de taak, de woordstructuur en de eigenschappen van de klanken.
- Fonologisch bewustzijn 6: Combineer werken aan fonemisch bewustzijn met een aanbod aan letters.
- Fonologisch bewustzijn 8: Oefen gedurende een langere periode vaker een kort moment.
- Fonologisch bewustzijn 11: Creëer een betekenisvolle en motiverende context voor je activiteiten.
- Woordenschat 10: Laat woorden meermaals en in verschillende contexten aan bod komen.
Principes uit suggesties:
- Algemeen 5: Laat veel voorbeeldgedrag zien en ondersteun naar een volgende stap.
- Fonologisch bewustzijn 1: Zorg dat je zelf een goed inzicht hebt in de ontwikkeling van het fonologisch bewustzijn.
- Fonologisch bewustzijn 5: Je kan de moeilijkheidsgraad verder bepalen door keuze van de taak, de woordstructuur en de eigenschappen van de klanken.
- Fonologisch bewustzijn 9: Werk bij risicoleerlingen ook in kleine groep.
- Fonologisch bewustzijn 14: Blijf het niveau en de vooruitgang van de kinderen monitoren.
- Fonologisch bewustzijn 15: Stimuleer ouders om thuis ook bewust aandacht te schenken aan klanken en letters en rijm- en klankspelletjes te spelen.
Biblio Notes
activiteitenboeken, de handpoppen Zoem en Pompom/Loeloe, de schatkist, doos ‘Schatkistkaarten’ voor letterkaarten en woordkaarten, de letterposter, doos met Op Taaltochtkaarten + Gebruikswijzer
prijs: > 2000 euro voor het totaalaanbod
prijs: > 2000 euro voor het totaalaanbod
Number of Copies
1
Library | Accession No | Call No | Copy No | Edition | Location | Availability |
---|---|---|---|---|---|---|
Main | 1 | 1 | Yes |